Polderen met provisietransparantie

12-10-2022

Nieuws

Assurantieadviseurs moeten hun klanten vanaf 1 januari 2024 actief inlichten over provisie op schadeverzekeringen. Deze streefdatum is vastgelegd in een onlangs aangenomen motie van de Tweede Kamer. Adviseurs hoeven echter geen exacte nominale provisiebedragen te vermelden, de minister van Financiën kiest voor een poldermodel: het fijnmazige gemiddelde. Gaat deze vorm van provisietransparantie klanten helpen?

Gaat actieve provisietransparantie de klant helpen?

De Tweede Kamer wil dat minister van Financiën Sigrid Kaag vaart zet achter de invoering van provisietransparantie voor schadeverzekeringen. De discussie sleept zich immers al voort sinds 2017, vanaf de evaluatie van het provisieverbod voor complexe financiële producten, zoals hypotheken, pensioenen en overlijdensverzekeringen. De regering achtte een provisieverbod voor schadeverzekeringen op dat moment onnodig, want deze producten zijn minder financieel impactvol voor klanten, maar ze wilde wel onderzoeken of actieve transparantie wenselijk is. Er geldt dan al een passieve transparantieplicht: financieel adviseurs hoeven klanten alleen desgevraagd inzicht te geven in de schadeprovisie.

Onderzoeksresultaten
Oud-minister van Financiën Wopke Hoekstra concludeerde in 2019, dat consumenten gebaat zijn bij actieve voorlichting over de provisie bij schadeverzekeringen. Veel klanten weten volgens de minister niet dat hun adviseur provisie ontvangt en zouden daardoor minder snel een beroep doen op de dienstverlening waar ze recht op hebben. De AFM ondersteunt het belang van actieve transparantie met onderzoeksresultaten. Uit de Consumentenmonitor van oktober 2017 blijkt dat 87% wil dat financiële dienstverleners klanten actief informeren over de advies- en afsluitkosten van een schadeverzekering. De Consumentenbond sluit aan met een eigen enquête onder 7000 verzekerden. Volgens de organisatie weet slechts 57% dat adviseurs provisie mogen ontvangen van een verzekeraar en 68%van de ondervraagde consumenten wenst het provisiebedrag te vernemen.

Slechter verzekeren
De klant lijkt het te willen en Den Haag luistert. De minister kiest aanvankelijk voor actieve transparantie met exacte nominale bedragen, een vorm die de AFM, Consumentenbond en het Verbond van Verzekeraars onderschrijven. Belangenorganisaties voor het intermediair en andere deskundigen wijzen echter op de problemen die deze aanpak met zich meebrengt. De Commissie Financiële Dienstverlening (CFD) ziet de eindklant, die doorgaans weinig interesse heeft in financiële zaken, als grote verliezer. De focus komt naar inzicht van de CFD op de beloning te liggen, terwijl het advies dan al is gegeven. De kans bestaat dat de klant dan alsnog voor een direct writer kiest en zich daardoor slechter verzekert. Ook advocaat Robin van Beem, gespecialiseerd in verzekerings- en aansprakelijkheidsrecht en intermediaire distributie, stipt aan dat de adviseur pas gedetailleerd provisiebedragen kan verstrekken als de advies- en bemiddelingsfase is afgerond en offertes zijn opgevraagd. De actieve provisietransparantie zou daarmee haar doel, een gesprek over de dienstverlening voor de klant, voorbij schieten.

Schijntransparantie

Maar de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Minister Kaag wijkt af van de koers van haar voorganger en kiest voor ‘fijnmazige gemiddelden’. Adviseurs kunnen klanten zo’n indicatie al tijdens het intakegesprek geven en dat maakt deze methode in elk geval beter uitvoerbaar. De Organisatie van Financiële Dienstverleners (OvFD) spreekt van een mooi compromis. Verder lijkt niemand enthousiast over de gulden middenweg van de minister. De Consumentenbond omschrijft het plan als schijntransparantie. ‘Een gemiddelde is misschien aan het begin van een adviestraject afdoende. Maar zodra klanten een keuze hebben gemaakt voor een verzekering, moeten adviseurs het exacte provisiebedrag kunnen melden. Gewoon in euro’s’, aldus Sandra Molenaar, directeur van de Consumentenbond. Ook de AFM en het Verbond van Verzekeraars zijn niet te spreken over het fijnmazige gemiddelde.

Geen aanleiding
Klanten krijgen dus in de gekozen vorm wel een idee van de provisie, maar niet het complete plaatje. De CFD vraagt zich nog altijd af welke problemen actieve provisietransparantie precies voor de klant tackelt. ‘Er was en is geen enkele aanleiding, geen excessen, uitgebreide mogelijkheden voor consumenten om producten zonder kosten over te sluiten, of van intermediair te wisselen en de consument kon altijd vragen naar, en inzicht krijgen in het kostenmodel van het intermediair.’

Dienstverlening
Ook de twijfels die advocaat Van Beem had over het systeem van exacte nominale bedragen, blijven bij het fijnmazig gemiddelde bestaan. Provisie laat zich volgens hem überhaupt lastig koppelen aan de dienstverlening voor een specifieke klant. Het is geen directe beloning en de tijd die een adviseur aan individuele klanten besteedt, loopt uiteen. Klanten kunnen ook niet aan de hand van een provisiebedrag, laat staan van een gemiddelde, bepalen welke dienstverlening daarbij hoort. Van Beem vraagt zich af waarom niet is gekozen voor transparantie in de dienstverlening, in plaats van in de verdienste, want daar ging het volgens de minister uiteindelijk om. Hij pleit ervoor om de dienstverlening in de particuliere schademarkt schriftelijk vast te leggen. ‘Veel van de diensten van de bemiddelaar spelen zich voor de klant af achter de schermen. Vaak weet de klant dus niet eens goed wat de bemiddelaar allemaal voor hem doet. Het is goed om dat inzichtelijk te maken.’